Blog

Waarom low-code nog steeds IT-expertise vereist

Low-code technologie maakt het ontwikkelen van applicaties sneller, makkelijker en toegankelijker voor steeds meer profielen. Dankzij platformen zoals Bubble, Mendix en OutSystems kunnen niet enkel ontwikkelaars, maar ook technisch onderlegde businessgebruikers complexe applicaties maken zonder al te veel code te moeten (kunnen) schrijven. Low-code is echter geen wondermiddel, hoewel het soms zo wordt voorgesteld. Bedrijven hebben nog steeds een zekere mate van IT-expertise nodig om de uitdagingen die softwareontwikkeling met zich meebrengt het hoofd te bieden, net als bij traditionele applicaties. Tijd voor een reality check: in dit artikel geven we wat meer uitleg bij de beperkingen van low-code platformen, en waarom bedrijven nog steeds ontwikkelaars nodig hebben om ze te doen werken.

De belofte van low-code

Low-code klinkt zeer aanlokkelijk. Het wil programmeren versimpelen, zodat iedereen zijn eigen applicaties kan maken zonder uitgebreide technische kennis. Door handige functies zoals een drag-and-drop interface kunnen gebruikers het ontwikkelingsproces versnellen aan de hand van kant-en-klare componenten, sjablonen en visuele editors. Organisaties kunnen dus sneller en met minder middelen applicaties (laten) maken, wat natuurlijk leidt tot een hoger rendement op hun investering.

Low-code platformen bevorderen bovendien ook de samenwerking en innovatie tussen verschillende departementen. Minder technisch georiënteerde profielen kunnen immers ook applicaties ontwikkelen, maar dat vereist voldoende ondersteuning en inspanningen van andere ontwikkelaars. Het einddoel van low-code is dan ook om appontwikkeling te democratiseren en een innovatiecultuur te bevorderen doorheen de volledige organisatie.

De realiteit van low-code

Low-code platformen kunnen vaak voordelig uitdraaien, maar er zijn wel enkele zaken waar men rekening mee moet houden. Zo moeten we tijdens inspiratiesessies vaak aan onze klanten uitleggen dat low-code nu eenmaal niet hetzelfde is als no-code. Low-code platformen willen het effectief schrijven van code weliswaar tot een minimum beperken, maar er komt nog steeds programmeren aan te pas bij het maken van die applicaties, in tegenstelling tot wat men vaak lijkt te denken.

Sommige IT-managers gaan er namelijk van uit dat alle (business)gebruikers met een soort doe-het-zelf aanpak de meest complexe applicaties kunnen opzetten, maar dat is niet altijd het geval. Low-code platformen zijn geen magische oplossing: ze zorgen er niet voor dat iedereen opeens een applicatie kan ontwikkelen en dat ontwikkelaars overbodig worden, integendeel.

Daarnaast is het belangrijk bij low-code platformen om te letten op hun schaalbaarheid. Hoewel ze snelle prototypes en eerste releases zeker mogelijk maken, zijn sommige platformen (nog) niet geschikt voor grootschalige bedrijfsapplicaties. In sommige gevallen kan het platform moeite hebben met grote hoeveelheden gegevens, complexe regels en bedrijfsprocessen, of integraties met andere systemen. Sommige low-code platformen, zoals Appian, OutSystems of Mendix, zijn echter speciaal gemaakt voor grote ondernemingen.

De rol van IT in low-code

Het hardnekkige idee dat low-code platformen de traditionele ontwikkelaars volledig kunnen vervangen is enigszins misleidend. Hoewel deze platformen het ontwikkelingsproces zeker stroomlijnen, nemen ze de noodzaak van IT-expertise niet weg. Voor bepaalde geavanceerde taken en verantwoordelijkheden die verder gaan dan het creëren van de kernfuncties van een applicatie hebben bedrijven nog steeds een expert nodig.

Low-code platformen zijn bijvoorbeeld geen one-size-fits-all oplossing. Elk bedrijf heeft unieke behoeften en vereisten, en de kans dat een bepaald low-code platform out of the box aan al deze behoeften zal voldoen is gering. IT-professionals kunnen bedrijven dan ook helpen het juiste platform voor hun specifieke behoeften te identificeren en het verder aan te passen aan hun noden.

Hoewel low-code platformen veel ontwikkelingstaken automatiseren, zijn ze toch niet volledig zelfvoorzienend. IT-professionals moeten vaak nog steeds aangepaste code schrijven of geavanceerde workflows opzetten. Ze kunnen ook de nodige wijzigingen aanbrengen in een onderliggende systeemarchitectuur en dankzij connectoren (API’s) verbindingen opzetten met externe oplossingen en systemen, inclusief andere low-code platformen.

Tot slot spelen IT-professionals een niet te onderschatten rol bij het onderhouden en updaten van low-code oplossingen. Net als traditioneel ontwikkelde software hebben low-code applicaties voortdurend nood aan ondersteuning en onderhoud. Sommige organisaties vergeten dit aspect of laten het zelfs achterwege, wat natuurlijk later leidt tot problemen. Gelukkig kunnen IT-professionals deze ondersteuning bieden en er zo voor zorgen dat de applicaties stabiel, veilig en up-to-date blijven.

Conclusie

Low-code platformen kunnen aanzienlijke voordelen bieden op vlak van snelheid, flexibiliteit en gebruiksgemak, maar dan moeten ze wel ondersteund worden door de nodige expertise. IT-professionals kunnen het juiste platform selecteren, de architectuur ontwerpen, de implementatie beheren, integraties opzetten, en daarna het nodige onderhoud bieden.

Bedrijven die willen profiteren van low-code platformen moeten er dus voor zorgen dat ze over de juiste middelen en ondersteuning beschikken, en dat ze low-code ontwikkeling benaderen als onderdeel van een bredere IT-strategie. Enkel zo kunnen ze de voordelen van low-code maximaliseren en tegelijkertijd de risico’s en uitdagingen die ermee gepaard gaan minimaliseren.

Zit u nog met vragen rond low-code? Bent u niet zeker of het de beste oplossing is voor uw bedrijf? Bij Plaza bieden we als low-code experts vrijblijvend en onafhankelijk advies dat u vrijblijvend op weg helpt naar de juiste oplossing.

Ben je het sterk (on)eens met ons stuk?

Klaar om met ons samen te werken? Laat ons zeker een berichtje; we trekken de conversatie graag open. We horen je met plezier komen dus neem zeker contact met ons op!