Low-code is de laatste jaren steeds populairder geworden, met als doel de kloof tussen business en technologie te dichten. Dankzij intuïtieve drag-and-drop interfaces kunnen gebruikers met dit soort platformen toepassingen creëren zonder uitgebreide kennis of ervaring in programmeren. Die aanpak is echter niet geheel nieuw: in de voorbije decennia zijn er verscheidene pogingen geweest om de ontwikkeling van software te stroomlijnen door IT en business dichter bij elkaar te brengen. In dit artikel zullen een beknopt overzicht geven van die trend, gaande van traditionele softwareontwikkeling tot de snel evoluerende technologie die we vandaag als low-code bestempelen. We onderzoeken ook wat de toekomst van low-code in petto heeft, en wat dat betekent voor organisaties die met low-code aan de slag willen.
Lingua Franca
Vroeger verliep de communicatie tussen business en IT-afdelingen vaak moeilijk. Zakelijke stakeholders beschreven hun behoeften meestal in termen van features en functionaliteiten, terwijl IT-professionals deze vereisten vertaalden in code. Het vertaalproces werd echter vaak geplaagd door misverstanden en moeilijke communicatie, met lange ontwikkelingscycli en frustratie bij beide partijen als resultaat.
Om deze kloof te overbruggen werd Business Process Model and Notation (BPMN) ontwikkeld als standaardnotatie voor het modelleren van bedrijfsprocessen. Dankzij die gemeenschappelijke taal konden zakelijke gebruikers en IT-professionals meer doeltreffend communiceren. BPMN-diagrammen hielpen beide partijen om de workflow te visualiseren, knelpunten te identificeren, en samen oplossingen te bedenken om de processen te verbeteren, en waar mogelijk zelfs te automatiseren.
Daarnaast zagen heel wat andere initiatieven en standaarden het daglicht met als doel IT en business dichter bij elkaar te brengen: Common Object Request Broker Architecture (CORBA), Unified Modeling Language (UML), en meer recent Decision Model and Notation (DMN). Er echter nog steeds sprake van een kloof, maar deze keer tussen de procesdiagrammen en de eigenlijke code.
De eerste golf
Naarmate bedrijven meer op technologie begonnen te vertrouwen om hun activiteiten te (laten) stroomlijnen, ontstond de eerste golf van low-code tools, hoewel ze op dat moment nog niet zo werden genoemd. Deze tools probeerden het ontwikkelingsproces sneller en efficiënter te maken door vooraf gemaakte componenten en frameworks aan te bieden, die vervolgens verder door ontwikkelaars konden worden aangepast.
Zo werden er bijvoorbeeld RAD-tools (Rapid Application Development) geïntroduceerd, waarmee ontwikkelaars snel toepassingen konden creëren door een reeks sjablonen, herbruikbare codemodules en visuele interfaces aan te bieden. Ook 4GL (Fourth-Generation Language) en CASE (Computer-Aided Software Engineering) kwamen ook op in de jaren 1980 en 1990, en boden ontwikkelaars nog meer potentieel. Dankzij abstracties op een hoger niveau en automatische codegeneratie was er veel minder “handmatige” code nodig.
Een van de belangrijkste tools was de zogenaamde process engine, die grafische notaties zoals BPMN en UML gebruikte om bedrijfsprocessen te modelleren. Met die engines konden ontwikkelaars bedrijfsprocessen automatiseren zonder code te hoeven schrijven, waardoor er minder tijd en middelen nodig waren om ze te ontwikkelen. Deze engines zouden later evolueren tot wat we nu model-driven low-code platformen noemen.
Hoewel deze vroege low-code tools baanbrekend waren voor hun tijd, hadden ze hun beperkingen. De grafische interfaces en voorgebouwde componenten waren vaak niet flexibel, en voor aanpassingen was nog steeds een zekere technische expertise vereist. Zelfs voor de huidige low-code platformen is dat trouwens het geval. Bovendien waren de tools vaak specifiek gemaakt voor bepaalde programmeertalen en technologieën, waardoor het moeilijk was om over te schakelen tussen tools of platformen.
Ondanks hun beperkingen effenden deze vroege low-code tools de weg voor de huidige generatie low-code platformen. Ze toonden de waarde van abstractie en automatisering bij de ontwikkeling van software aan, en wekten hier en daar al het idee dat het mogelijk was toepassingen te bouwen zonder uitgebreide kennis van codering.
De tijden zijn veranderd
We zijn een paar decennia verder, en intussen is low-code een snelgroeiende industrie geworden. Nu de meerwaarde van low-code duidelijk is geworden, beginnen steeds meer bedrijven deze platformen strategisch in te zetten. Tot voor kort viel er op de Belgische markt echter maar weinig enthousiasme te merken. Verrassend genoeg zijn het op dit moment vooral overheidsinstellingen die het voortouw nemen wanneer het gaat om het stroomlijnen van processen.
Dankzij de komst van cloud computing kunnen low-code toepassingen sneller en goedkoper dan ooit worden ontwikkeld, ingezet en geschaald. Bovendien zijn de platformen veel geavanceerder geworden. Dankzij een steeds breder aanbod aan functies en integraties kunnen bedrijven met low-code nu ook complexe toepassingen op maat maken.
De platformen maken ook steeds meer gebruik van nieuwe technologieën zoals AI en Robotic Process Automation (RPA). Door ze te combineren is het veel makkelijker geworden om repetitieve taken te automatiseren, grote hoeveelheden gegevens te analyseren, en de ontwikkeling van applicaties nog sneller en gestroomlijnder te laten verlopen dankzij initiatieven zoals GitHub Copilot.
Wat brengt de toekomst?
Low-code wordt niet alleen steeds meer mainstream, het ontwikkelt zich ook razendsnel. In deze snel veranderende markt is het voor bedrijven belangrijk om op de hoogte te blijven van de laatste nieuwe ontwikkelingen. Low-code leveranciers werken hun platformen voortdurend bij met nieuwe functies en features om bij te benen, zodat hun gebruikers het onderste uit de kan kunnen halen. Low-code wordt ook steeds toegankelijker dankzij trainingen en online communities zoals Plaza.
De low-code markt breidt zich snel uit, met meer leveranciers die een graantje willen meepikken en gevestigde aanbieders die hun aanbod uitbreiden. Grote namen als Salesforce en Microsoft integreren low-code functionaliteiten en modules in plaats van de vroegere libraries. Hierdoor kunnen ontwikkelaars gebruikersinterfaces creëren en bedrijfsprocessen automatiseren binnen hun bestaande ecosystemen. We verwachten dat deze trend zich zal voortzetten en uiteindelijk zal leiden tot een geconsolideerde low-code markt in plaats van het gefragmenteerde landschap dat we vandaag kennen.
Geen einde in zicht
Kortom, low-code ontwikkeling heeft een lange weg afgelegd sinds de dagen van BPMN en eenvoudige process engines. De huidige platformen bieden een ongekend niveau van flexibiliteit en gebruiksgemak, waardoor organisaties complexe toepassingen kunnen creëren met een beperkte hoeveelheid code. Naarmate low-code zich verder ontwikkelt zullen die platformen steeds krachtiger worden, maar bedrijven moeten waakzaam blijven en ervoor zorgen dat ze over de juiste expertise beschikken om die tools ook effectief in te zetten.
Wilt u meer weten over de geschiedenis van low-code, waar we naartoe gaan, en hoe uw organisatie op de kar kan springen? Onze onafhankelijke experts staan klaar om u te helpen! Neem vandaag nog contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken.
Ben je het sterk (on)eens met ons stuk?
Laat ons zeker een berichtje; we trekken de conversatie graag open. Klaar om met ons samen te werken? We horen je met plezier komen dus neem zeker contact met ons op!